Talpa europea is de naam van dit beestje, maar waarschijnlijk ken je hem beter bij zijn andere naam: Mol.
Een nieuwsgierig en mysterieus dier dat in de duisternis en tunnels leeft. Geliefd in kinderverhalen en prentenboeken, totdat hij te vinden is in onze tuin.
De mol is voor een teler vaak de vijand, en wel om verschillende redenen. Om in leven te blijven moet de mol ten minste drie en half keer per dag zijn eigen lichaamsgewicht aan voedsel eten en dit zijn meestal wormen, maar ze eten ook meikevers, larven en rondwormen als ze die onder de grond tegen komen.
Niet alleen biologische tuiniers waarderen wormen, maar omdat hun tuinen meer humus hebben dan niet-biologische tuinen hebben ze waarschijnlijk meer wormen, vooral als ze gebruik maken van een irrigator. Een irrigator trekt wormen uit de omgeving aan uit minder vriendelijke grond in de droge zomer.
De schade die deze kleine beestjes aanbrengen, kan enorm ontmoedigend zijn. Ze halen zaailingen overhoop, eten jonge bieten en wortels en daarnaast eten ze ook grote hoeveelheden wormen, die wij zo graag naar onze tuinen proberen lokken. Molshopen maken daarnaast grasvelden kapot, als je die hebt.
Ga niet in zee met professionele mollenvangers, want ze gebruiken wormen die zijn behandeld met strychnine (en meer slechtere stoffen). Geloof me, strychnine is iets wat je niet in de buurt van jezelf, je familie, dieren of planten wilt hebben.
Als je voor het eerst ontdekt dat er mollen zijn moet je snel reageren, je wilt niet dat de mol met zijn hele familie gezellig in jouw tuin gaat wonen.
Het eerste wat je moet doen is het vinden van de hoofddoorgang. Dit doe je door te zoeken naar een grote molshoop aan de kant waar de mollen zijn begonnen. Als je die hebt gevonden moet je daar graven en beide kanten helemaal leeg maken.
Deze molshoop zal zich afscheiden van de andere tijdelijke tunnels die één keer door de mol worden gebruikt, omdat hij nu om zijn eigen as moet draaien.
Naast het gebruik van de strychnine kan je ook nog op andere manieren van de mol afkomen:
Koop ‘calciumcarbide’ en stop het zoveel mogelijk in beide richtingen van het hoofdtunnel en vervang de grond. Stamp het zo goed mogelijk aan. Door de vochtige bodem maakt de calciumcarbide acetyleen gas aan, waardoor er een sterke langdurige geur door elke tunnel en molshoop zal verspreiden. De mollen kunnen niet tegen deze geur, waardoor deze geur het voor de mollen onmogelijk maakt om hier verder te leven en zullen ze verhuizen.